
Hun zegge dat je d’r niks aan ken doen

Nu we ’s avonds na 21.00 uur niet meer de straat op mogen (en wat déden we dat vaak, och, och, och….😎 – en nou niet meteen: ‘zielige ouwe mensen’ roepen!) is het zoeken naar afleiding, anders dan de buis of Netf(l)ix, waar je geprogrammeerd TV moet kijken. Gelukkig kun je altijd nog struinen over internet of op Twitter zoeken naar iets dat je aanspreekt. Zo kwam ik terecht bij een van de vele lezingen van Erik Scherder over ons brein en hoe we dat in conditie moeten houden. Ongetwijfeld zijn er allerlei mensen die deze in het rond springende senior (als levend bewijs van de lesstof uit zijn eigen colleges) het liefst achter de geraniums stopt en hem in ieder geval geen vaccinatie gunt (ik lees steeds vaker dat iedereen boven een bepaalde leeftijd geen toegevoegde waarde meer heeft en dus geen vaccin hoeft te krijgen. Dat doet me zeer veel genoegen, want daaruit blijkt in ieder geval dat we ooit wel waarde hebben gehad! Iets wat dit soort roependen (wàs het maar in de woestijn…) nog maar moeten aantonen.
Maar goed, The Jumping Professor meldde vol elan dat onze frontale kwab onder meer verantwoordelijk is voor het filteren van informatie; dat wil zeggen dat je slechts een deel van wat je hoort (uit zo’n college bijvoorbeeld) opslaat in je werkgeheugen, omdat het anders te vol wordt daar binnen. Als het kwabje niet goed werkt kan ie niet meer filteren en probeert ie wanhopig alles op te nemen in zijn beperkte opslagruimte en we weten allemaal: vol is vol. En dus is het van belang dat ding in conditie te houden en dat doe je door… te bewegen. Eigenlijk kun je de boodschap van al die lezingen in een woord samenvatten: ga bewegen. Wie beweegt heeft de beste kans om met de minste complicaties van een afnemend pensioen te genieten. In dit geval is het wel van belang dat er dan ook actief bewogen wordt: per dag drie kwartier in stief tempo de straat op en voor 21.00 uur weer thuis.
Nu is manlief geen erg enthousiast wandelaar, overigens wel in het bewustzijn daarover: ik zou iedere dag een half uurtje moeten wandelen 🧐. Je zou kunnen zeggen dat de basisboodschap wel is blijven hangen in z’n kwab, maar de uitvoering (is de linker hersenhelft daar niet verantwoordelijk voor? Verdraaid, heb ik nu toch weer de verkeerde informatie gefilterd?) laat te wensen over.
Als hij dan al naar buiten gaat moet er eerst zorgvuldig voorbereid worden: winterjas aan, handschoenen, muts op (ècht een múts), schoenen aan – na een korte blik naar buiten, of zal ik m’n winterlaarsjes aandoen? – sleutels in de zak, zou m’n broek wel warm genoeg zijn, diep zuchten (geestelijke voorbereiding: hoe lang gaat het vandaag duren, haal ik het wel, kom ik heuvels onderweg tegen, staat er wind, heb ik die mee of tegen, blijft het wel droog, ben ik wel warm genoeg gekleed, als ik maar niet de kar met lege flessen hoef mee te nemen) en vervolgens, bij voorkeur met mij, de straat op. En hier dreigt het mis te gaan. Spoort mijn ene hersenhelft mij continu aan om vooral in straf tempo de pas erin te houden, voel ik tegelijkertijd een terughoudende beweging aan mijn rechterarm, als een hond die niet uitgelaten wil worden; in dit geval is het manliefs kwab die maant tot een rustig tempo. Na een half uurtje tandenknarsend slenteren kom ik bekaf van de lamme arm en het trage tempo thuis, terwijl manlief snel op de bank gaat liggen om zijn sportieve inzet te vervolgen met het Olympisch onderdeel: 100 m stilliggen.
Het deed me besluiten om nieuwe tactieken in te zetten om mijn kwab tevreden te stellen. Ik verzon ‘boodschapjes’ op plekken in de stad waarvan ik vermoedde dat hij het te ver lopen zou vinden: ‘Ik ga even naar de markt hoor, nee die is tegenwoordig bij het station, vanwege corona”, of ik wachtte tot zijn middagrustmoment om snel de deur uit te rennen voor mijn 45 minuten actief kwabberen. Diep dankbaar was ik ook voor de afspraak bij de mondhygiëniste, pàts, weer drie kwartier op pad. En zo probeer ik dagelijks momenten te vinden waarop ik driftig doorstappend de frisse winterlucht kan inademen, en ook weer uit, natuurlijk.
Mijn frontale kwab wordt dan ook steeds blijer van me. En functioneert ook steeds beter, want ik merk dat de filterfunctie met sprongen vooruit gaat: geduldig (!) wacht ik inmiddels op groen licht voor als de wereld weer draait om bezoekjes aan vrienden, om terrasjes, restaurants en vakanties. En alle galbakberichten over foute beslissingen, wanbeleid, onvoldoende geschoolde 🎓bewindslieden 😂😂, verkeerde maatregelen, slechte planning (nou ja, die dan wel) en ikbentegentegentegen en alsikhetvoorhetzeggenhad (alsjeblieft niet!) filtert mijn kwabje naadloos weg, heerlijk! Kwab, I love you!
Wil ik graag eindigen met een Cruyffiaans aandoend spreekwoord: alleen degene die iets doet kan het fout doen. En voor al mijn Twittervolgers (11) goed nieuws: uw kwab kan er zomaar voor kiezen deze column weg te filteren. Bofferds!
Maaijveld
Nieuw: programma heet ‘Scherder Proeft’ en wordt vanaf 4 februari 2021 uitgezonden op de EO-televisie.
Hij doet met enkele omstanders proefjes en legt daarna uit hoe ons brein werkt.
Nadat de Nederlandse goeroe Erik Scherder tijdens een college over de relatie tussen hart en hersens had verteld wat het belang is van beweging besloot ik mijn dagelijkse (nou ja, tot dan toe eerder maandelijkse) wandelkwantiteit op te schroeven. Nu vind ik het altijd heel moeilijk om ‘doelloos’ rond te lopen, dus probeerde ik aan iedere wandeling een boodschapje te koppelen. Helaas kan ook dat nu even niet, want we moeten onze bezoekjes aan winkelparadijzen op een petroleumlichtjespitje zetten. Gelukkig is de geest nog immer creatief en een boodschap kan dus ook bestaan uit coronaproof doelen, zoals: de glasbak (vroeger hele zakken, nu een fles per keer om voldoende voorraad te behouden), de oud-papierbak, de brievenbus, of, waarom ook niet, een wandeling met opgeheven hoofd.
Doelloos rondlopen
Eerst nog even over dat doelloos rondlopen. Volgens een andere goeroe is doelloos rondlopen, of – nog erger in menig Calvinistisch oog: Niets Doen – zaliger dan je kritische geest zou vermoeden. Het schijnt namelijk dat (zaaaaaaalig!) Niets Doen heel goed is voor de geest en dan met name het hersendeel waarvan ik altijd denk dat dit juist het andere gedeelte is. Zoiets als Frank en Ronald de Boer. Huh? Nou, kijk, ik onthield bij de broertjes de Boer altijd wie wie was door als volgt te denken: zag ik Frank de Boer op de buis, dan dacht ik bij mezelf: Frank is NIET degene waarvan ik denk dat het Frank is.
Ik krijg nu visioenen van de onnavolgbare Dirkjan (strip van Mark Retera) waarbij leraar van Druten aan de slechtste leerling uit de klas (Bert) vraagt om Canada aan te wijzen op de kaart. Bij de wezenloze blik van Bert zie je van Druten denken: ‘Hm, te moeilijk’, waarna hij zegt: “Bert, kun je de kaart aanwijzen?”
Zo voelt het een beetje bij mijn uitleg over Frank en Ronald de Boer. Ronald is dus degene waarvan ik denk dat het Frank is. Nou ja. Te moeilijk. Wel goed dat die ene inmiddels bondscoach is van het Nederlands Elftal, eeeeeeh Frank toch? Ja, want daarvan denk ik dat het Ronald is!
Hersenhelften
Nu uw hersens al flink geprikkeld zijn nog even terug naar de hersenhelften. Wat ik bedoel met de hersendelen zijn de linker- en rechterhelft. Ik vind het volstrekt logisch dat het rechterdeel over de ‘rede’ gaat en het linkerdeel over creativiteit. Rechts klinkt strak en links klinkt meanderend. Wat een mooi woord, by the way. Maar het is dus andersom. Links is helemaal niet creatief en rechts is dus links volgens mijn broertjes de Boerprincipe. Hoe dan ook, dat zaaaaaaaalig nietsdoen levert dus heel veel creativiteit op, omdat rechts dan begint op te starten. Bent u nog aan boord?
Wandeling
Keren we terug naar waar ik mee begon (ik voel de druk op uw linkerhelft toenemen): de wandeling met opgeheven hoofd. Dat laatste is absoluut noodzakelijk om ook echt iets te zien! En als je dat dan doet, dan valt pas op hoeveel mensen – het binnen zitten beu geworden – buiten datgene doen wat ze al die uren daarvoor ook al aan de keukentafel deden: op hun telefoon/Ipad/PC kijken en leuteren. Ik zie mensen door het park lopen met de blik op oneindig, de moby losjes in de hand, (bij voorkeur luid) leuterend over werk, banen en kansen, carrières of gewoon vette roddels over collega’s die – nu even – uit beeld zijn. Het hoofd bij voorkeur in een schuine hoek, naar voren of links of rechts gekanteld, maar beslist in een hoek van 45 graden. Terwijl ik de kandelabeerkruin (net geleerd bij Per Seconde Grijzer) van een honderden jaren oude boom bewonder, de borden van het fantastische Singelpark bestudeer, registreer dat een eigenaar op voorhand vastbesloten is géén poepzakje voorz’n hond te zullen gebruiken (en mij daarbij aankijkt met een blik van: had je wat? En ik er dus vervolgens angstig schijt aan heb), me bewust ben van die heerlijk frisse winterzon terwijl ik ontdek dat er al wat sprietjes van voorjaarsbloemen boven het gras uitsteken – naast de achteloos weggegooide zakken van de visboer; de uitjes als sneeuwvlokjes verspreid in het gras (klootzakken) en verder Niets Hoef Te Doen, zie ik een amorfe massa aan me voorbijtrekken, verkleefd met hun ‘gezelschap-op-afstand-apparaat’ met als enig voordeel dat ik ze ongegeneerd kan bestuderen – niets zo leuk als mensen kijken – en kan ik alleen maar denken: wat missen jullie toch allemaal? Kijk om je heen, gooi die scharnieren los en ga naar 180o of liever nog: 360o. Er is zoveel moois te zien en te ontdekken daarbuiten, ook bij 0o – Celsius, that is. Tijd om op te laden, zou ik zeggen.
Maaijveld